Techniek

Omdat er heel veel techniek in zit noem ik alleen de belangrijkste. Ten eerste natuurlijk de motor. Dit is het belangrijkste en grootste onderdeel van de hele auto. Het lijkt een ingewikkeld brok techniek, maar eigenlijk werkt het heel simpel. Er zijn veel verschillende motoren, maar daarvoor moet je eerst weten hoe een motor werkt.

 

Motor

Het grootste onderdeel van de motor is het motorblok. Het is één onderdeel, maar het bestaat uit verschillende delen: Het cilinderblok en de krukkast. In het cilinderblok bevinden zich uiteraard de cilinders. Dat zijn heel nauwkeurig geboorde gaten. In die gaten zitten de zuigers. Deze passen er precies in, maar ze kunnen nog wel makkelijk bewegen. Als de motor aan staat gebeurt er in deze cilinders van alles. Ik zal het stap voor stap uitleggen. De startmotor zorg ervoor dat de krukas gaat draaien zodat alles in beweging kan komen. De krukas is met een distributieriem of ketting verbonden met de nokkenas. Daaraan zitten allemaal nokkenwielen met nokken. Deze nokken zorgen ervoor dat er kleppen open en dicht gaan. Bovenin een cilinder zitten namelijk 2 en bij de modernere motoren vaak 4 kleppen. Dit zijn in- en uitlaatkleppen. De inlaatkleppen gaan open en de zuiger zuigt een beetje benzine met lucht binnen in de cilinder. De zuiger gaat nu dus naar beneden. We noemen dit de inlaatslag. Daarna gaat de inlaatklep weer dicht en gaat de zuiger omhoog. Deze perst de benzine met de lucht samen. Dit noemen we de compressieslag. Als de zuiger boven is en het mengsel van de benzine en lucht dus helemaal samengeperst is, zorgt de bougie boven in de cilinder voor een vonkje. Hierdoor ontploft de benzine en door de kracht gaat de zuiger weer naar beneden. Dit noemen we de ontstekings- of de arbeidsslag. Als de zuiger daarna weer omhoog gaat, word alle, gaat de uitlaatklep open en worden de afvalstoffen, die zijn ontstaan door de verbrande benzine, uit de cilinder geperst en door het uitlaatsysteem naar buiten gevoerd. Dit noemen we, je raad het al, de uitlaatslag. Maar die verbrandde benzine is natuurlijk helemaal niet goed voor het milieu. Daar zijn ze van alles op aan het verzinnen, maar daar kom ik zo nog op terug.  De zuigers bewegen natuurlijk niet voor niets op en neer. Deze drijven de krukas aan. De kracht die ze op deze as leveren, noemen we koppel. Koppel is dus de kracht van een draaiende beweging. Het is net als wanner je een moer vastdraait met een sleutel. De sleutel levert dan een kracht op de moer. Hoe groter de sleutel, hoe groter de kracht op de moer. Dat werkt hetzelfde in een motor: Hoe groter de zuigers, hoe groter de kracht op de krukas. Daarom is een vrachtwagen ook zo sterk. Deze hebben veel grotere motoren, veel grotere zuigers en dus meer kracht op de krukas. De krukas is met van alles en nog wat verbonden, maar onder andere met de aandrijfas. Deze as loopt via de versnellingsbak door tot de as die met de wielen is verbonden. Ik heb het nu over de benzinemotor gehad. Die noem je een verbrandingsmotor, omdat hij de benzine verbrandt.  

 

Verschillende motoren

Hiervoor heb ik de benzinemotor behandeld. Je heb ook de dieselmotor. Dit is ook een verbrandingsmotor. De dieselmotor werkt ongeveer hetzelfde als de benzinemotor. Het verschil is dat eerst de lucht wordt samen geperst en dat pas komt de diesel erbij en de brandstof verbrand bij veel hogere druk dan in de benzinemotor. Daardoor ontploft de diesel zelf. Dit noemen we zelfontbranding. De diesel heeft dan ook geen bougie nodig om te ontbranden. De dieselmotor maakt ook een iets ander geluid en is zuiniger dan de benzinemotor. Een dieselmotor verbruikt zo 1:20. terwijl een benzinemotor bij 1:15 al redelijk zuinig is. Een dieselauto is wel duurder in de wegenbelasting. Er zijn nog wat kleine verschillen, maar het werkt wel gewoon met cilinders en zuigers.

De wankelmotor werkt niet met cilinders, maar een driehoek-achtig ding wat ronddraait in een soort ovaal. Eerst komt er brandstof in de open ruimte. Dan duwt de driehoek het verder tot de bougie. Daar ontploft de brandstof een krijgt het driehoek kracht om weer verder te draaien. De afvalstoffen van de ontplofte brandstof worden verder geperst tot de uitlaat. Ondertussen laat de driehoek een as in het midden draaien die op zijn beurt weer in verbinding staat met de wielen. Een nadeel aan deze motor is dat hij best een slokje lust. De enige auto die deze motor gebruikt is de Mazda RX-5.

Er zijn verschillende soorten verbrandingsmotoren. Ik zal normaal beginnen. De lijnmotor. De meeste gezinsauto’s hebben deze motor. Deze motor bestaat uit cilinders die naast of achter elkaar staan. Dan heb je de V-motoren. In deze motoren liggen de cilinders in een V-vorm tegenover elkaar. De hoek is bij de meeste V-motoren tussen de 60 graden en de 90 graden. Bekende V-motoren zijn de V6, de V8, de V10 en de V12. Je heb ook W-motoren. Dit zijn 2 V-motoren naast elkaar geplaatst. Deze auto’s hebben dus ook 2 krukassen. Een Bugatti Veyron heeft bijvoorbeeld een W16. Dit zijn dus 2 V8en naast elkaar. De V- en W-motoren vind je vooral in luxe en snelle auto’s. Hierna heb je ook de boxermotor. Bij deze motor liggen de cilinders plat tegenover elkaar in een hoek van 180 graden. Deze motor is perfect in balans. Omdat deze motor zo plat is kan hij gemakkelijk achter in een auto geplaatst worden, zoals bij Porsche.

 

Versnellingsbak

De as die vanaf de motor komt, gaat eerst door de versnellingsbak. Je heb 3 soorten versnellingsbakken. In de meeste personenwagens zit een handgeschakelde versnellingsbak. Hierbij moet je zelf schakelen. Dan heb je de half automatische bak, waarbij er door elektronisch sensoren wordt gereageerd op een bevel van de bestuurder. Als laatst heb je de automatische bak, ook wel gewoon de automaat genoemd. Bij deze bak hoef je niet zelf te schakelen, maar doet de auto dat zelf. Bij de handgeschakelde moet je, zoals eerder genoemd, zelf schakelen. Dit doe je doormiddel van een koppelingspedaal en een versnellingspook. Aan de motor zit de aandrijfas. Deze draait net zo hard als de motor. Maar op een gegeven moment kan de motor niet meer harder, maar jij wil wel harder rijden. Dan druk je eerst het koppelingspedaal in. Zo ontkoppel je de aandrijfas van de motor. Dan schakel je naar de volgende versnelling. Als je schakelt terwijl je de koppeling niet in drukt, is dat niet goed voor de bak en ook niet veilig. In een versnellingsbak werkt het als volgt: je hebt de aandrijfas. Deze is verbonden met de hulpas. Aan deze als zitten allemaal tandwielen van groot naar klein. Deze tandwielen staan in verbinding met de tandwielen van weer een andere as, namelijk de aandrijfas die de wielen aandrijft. Van de hulpas is er altijd één tandwiel die de krachten van de motor overbrengt naar een tandwiel van de aandrijfas. De andere tandwielen draaien wel, maar eigenlijk voor niks. Het schakelen werk zo. Als je schakelt, schuif je een ding die vast zit aan de aandrijfas in een tandwiel aan de aandrijfas. Dit tandwiel staat in verbinding met één van de hulpas en die draait, dus de aandrijfas ook. Bij de achteruitstand zit er nog een kleiner tandwiel tussen de twee van de hulp- en aandrijfas, zodat de aandrijfas de andere kant op draait. Dan heb je ook nog de half automaat, bijvoorbeeld flippers achter het stuur, en de volledige automaat. Hoe deze werken is vrij vanzelfsprekend.

 

Aandrijving

Na de versnellingsbak moeten de wielen natuurlijk ook nog draaien. Je heb voor- achter- en vierwielaandrijving. Bij voorwielaandrijving zit de aandrijfas meteen verbonden met de as van de voorwielen. Bij achterwielaandrijving loopt de aandrijfas in één keer door naar achteren, waar die ook met de as van de wielen is verbonden. Bij vierwielaandrijving werkt het anders. Hier zit naast de versnellingsbak nog een verdeelsysteem. Deze verdeelt de krachten van de motor naar 2 andere assen, waarvan er één naar de voor- en één naar de achteras loopt. Zo worden de wielen gelijk aangedreven. Dit waren de belangrijkste dingen van de techniek in een auto.

Maak jouw eigen website met JouwWeb